Ratten

Ratten zitten overal en als ze zich ergens ongebreideld kunnen voortplanten veroorzaken ze mogelijk heel wat schade. Ze eten grote hoeveelheden voedselvoorraad op of verontreinigen het met hun uitwerpselen. Ook knagen ze aan infrastructuur en leidingen. Ratten kunnen daarbij drager zijn van ziektekiemen. De beste manier om de rattenpopulatie in toom te houden is preventie.

Met deze preventieve tips kan je een rattenplaag vermijden:

• Maak luchtgaten, spleten en keldertoegangen dicht
  (zorg wel voor voldoende ventilatie, gebruik gaas van max 0,5 cm diameter).
• Laat geen eten rondslingeren en voorkom afvalbergen rond je huis.
• Gebruik duurzame, harde materialen voor het opslaan van voeders.
• Gebruik voederbakjes voor kippen en andere huisdieren; strooi geen voer op de grond en beperk de hoeveelheid tot wat onmiddellijk wordt opgegeten.
• Verzamel afval in goed afgesloten vuilnisbakken en zet de vuilzakken ten vroegste de avond voor ophaling buiten.
• Gooi geen vlees, vis of gekookte etensresten op de composthoop.
• Span metalen draad (max. gaaswijdte van 0,5 cm) onder en rond compostbakken zodat ze hier niet in kunnen nestelen.

Alleseters

We treffen ratten aan op zeer uiteenlopende plaatsen, zowel in de steden als op het platteland.
Ze zitten vooral in de nabijheid van menselijke activiteit: in of bij woningen, boerderijen, fabrieken en stapelplaatsen, alsook in riolen, afvalstorten, velden en langs waterlopen.

De bruine rat is de meest voorkomende soort en voelt zich goed op plaatsen waar er voedsel, water en beschutting is. Ze heeft een voorkeur voor granen, maar als alleseter vormen afval, etensresten en voeders voor (huis)dieren een aantrekkelijk feestmaal.

Ze hebben een extreem goed ontwikkeld reukorgaan en kunnen daarmee met gemak een voedselbron vinden binnen een straal van 1000 meter.

De zwarte rat komt minder vaak voor. Deze soort heeft meer warmte nodig en leeft dus enkel binnen gebouwen met een ruime voedselvoorraad.

Bestrijding

mechanisch

Er zijn allerhande vallen en klemmen op de markt voor de bestrijding van deze knaagdieren. Ze zijn vooral effectief bij kleinere populaties om deze in toom te houden.
Plaats de val goed afgeschermd of in een bakje waar alleen ratten in kunnen. De klem zorgt voor een snelle doding en je vermijdt vangsten van de meeste andere dieren. Door het bakje
te plaatsen waar je vaak ratten ziet of bij holen én door er even in voor te voederen verhoog je je kansen op succes. Ratten zijn schuw, het duurt vaak even voor ze gewend zijn aan het bakje en er in durven komen. Het helpt als je de val zo weinig mogelijk met blote handen aanraakt, draag handschoenen om minder geur op de val achter te laten.

chemisch

Bij een grote rattenpopulatie is het gebruik van rattenvergif de beste bestrijdingsmanier. Hiervoor zijn speciale producten in de handel verkrijgbaar. Lees de gebruiksaanwijzing op de
verpakking, vraag advies aan de handelaar of neem contact met een professionele verdelgingsfirma.

Om te vermijden dat andere dieren of kinderen aan het vergif kunnen, is het belangrijk dat het vergif steeds afgeschermd geplaatst wordt. Dat kan bijvoorbeeld in een “rattenbak” of afschermbuis die in de handel te verkrijgen is. 

Contacteer bij een inname van vergif onmiddellijk het antigifcentrum (070 245245) of uw huisarts (antistof: vitamine k1).

GIFLOKAAS PLAATSEN

• In droge omstandigheden (binnen) wordt best vergif in de vorm van graantjes gebruikt.
  In vochtige omstandigheden (buiten, langs waterlopen en in riolen) worden best “waterbestendige” vergifblokken gebruikt.
• Giflokaas wordt best op looppaden geplaatst en zo dicht mogelijk bij de vermoedelijke schuilplaatsen.
• De hoeveelheid uitgezet giflokaas moet goed afgemeten zijn: teveel giflokaas zal beschimmelen en is niet meer smakelijk, te weinig zal het ongedierte niet doden. Wanneer de ratten ervan eten moet op tijd gezorgd worden voor extra giflokaas.
• Indien giflokaas weken onaangeroerd blijft, ligt het waarschijnlijk niet op de goede plaats, is het niet (meer) smakelijk genoeg of zijn er lekkerdere dingen in de buurt.
  Het heeft weinig zin giflokaas uit te zetten naast een bereikbare opslagplaats van bv. graan.
• Bruine ratten zijn schuwe dieren! Soms duurt het verscheidene weken vooraleer ze van het giflokaas durven eten. Denk niet dat het vergif “niet helpt” als er geen dode ratten liggen na enkele dagen. Meestal sterven deze dieren in hun nest of op een plaats waar ze beschut zijn. Ze sterven ook niet onmiddellijk na de opname van het vergif. Dit kan enkele dagen tot zelfs een week duren.

Overlast van ratten melden

De aanwezigheid van ratten kan je rechtstreeks melden via dit formulier https://www.bree.be/online-melding (duid categorie 'ongedierte' aan).

Je kan eventueel ook persoonlijk melding maken van ratten aan de balie van het stadhuis of telefonisch.

Op deze manier kan de stad de situatie in kaart brengen.  Zo nodig krijgt de rattenvanger de opdracht om de situatie te onderzoeken en legt -indien aangewezen- vergif op openbaar domein (rioolputten of waterlopen). 

Volgens de wet moet een eigenaar of huurder op privaat eigendom zelf ratten bestrijden. De rattenvanger zal hiervoor in dat geval de nodige tips en uitleg geven. Indien het probleem blijft dient men zelf en op eigen kosten de nodige maatregelen te treffen.